Heerlijk weer! Hoog tijd dus om een lente-activiteit te organiseren. Enkele klasburgermeesters uit de Raad van de eerste graad zorgden voor gezelschapspelletjes, tekenkrijt en dansactiviteiten. Top gedaan! #leerlingenparticipatie #marisstellainstituut



Op vrijdag 18 maart organiseerde de Leerlingenraad een 'Schrijf-ze-vrij-dag', in samenwerking met Amnesty International. Tijdens deze dag schreven ze brieven om de vrijlating van onschuldige burgers over heel de wereld te eisen. Dit past zeer mooi in het jaarthema 'Gewoon doen', aangezien onze leerlingen zich engageerden om dit goede doel tijdens hun vrije tijd te ondersteunen.

Tussen 15 en 18 februari waanden de leerlingen van het 4de jaar ASO zich in het Europees Parlement. Als echte politici vertegenwoordigden ze allemaal een land uit de EU en discussieerden vervolgens samen over wetten omtrent maatschappelijke kwesties. Milieu en klimaat, migratie, duurzame landbouw en natuurlijk ook pandemieën zoals corona passeerden de revue tijdens onze jaarlijkse MSE-debatten.
Op vrijdag was er dan de slotzitting om al deze wetten (al dan niet) te laten stemmen. Het voorbije stormweer zorgde voor extra tijdsdruk, maar onze leerlingen brachten hun vergadering tot een goed einde als echte professionals.
#MSE #marisstellainstituut
Op donderdag 17 maart gingen de leerlingen van de 2de graad KSO op kunstuitstap naar de Verbeke Foundation te Kemzeke.
Verbeke Foundation is een private kunstsite waar cultuur, natuur en ecologie samenkomen. De ruimte herbergt een indrukwekkende verzameling van moderne en hedendaagse kunst.
Met zijn 12 hectare natuurgebied en zijn 20.000 m² overdekte ruimte is de Verbeke Foundation één van de grootste privé-initiatieven voor hedendaagse kunst in Europa.
De presentatie van de kunstwerken is onaf, in beweging, ongepolijst, contradictorisch, slordig, complex, onharmonieus, levend en onmonumentaal, zoals de wereld buiten de museummuren.
We verzamelden wat reacties van leerlingen:
“ Ik vond het boeiend en leerzaam, soms een beetje eng. Door de tentoonstelling beleef ik kunst op een andere manier en leer ik er uit.”
“Ik vond het fascinerend en tegelijkertijd choquerend omdat er kunst werd tentoongesteld met dode dieren.”
“Het is heel indrukwekkend om te zien dat er zoveel verschillende manieren zijn om kunst te maken.”
“Het museum liet blijken dat niet alle kunst mooi en ingekaderd moet zijn, maar soms gewoon leuk is bedacht.”
“In Verbeke Foundation kun je zelfs in een kunstwerk slapen, echt leuk!”
“Het was een leerrijke en interessante rondleiding, ik heb veel bijgeleerd over ecologische kunst.”

Wat hebben de Harry Potterreeks, Game of Thrones, Disneysprookjes en zoveel andere populaire moderne verhalen gemeen? Dat was wat de leerlingen van 5 Moderne Talen probeerden te achterhalen in de workshop Heldenflix. Ze trokken daarvoor dinsdag 15 februari naar de Consiencebibliotheek in Antwerpen.
Met een ‘sprokkelboekje’ gingen ze aan de slag om een heleboel opdrachten uit te voeren en al snel bleek dat er een rechtstreekse lijn loopt van onze middeleeuwse avonturenromans naar de huidige versies: helden hebben een missie, worden geconfronteerd met het onverwachte en hebben een speciale naam. Bovendien krijgt de lezer of kijker een les voorgeschoteld en vallen de bedenkers vaak terug op clichés: een romanticus is dikwijls een muzikant, de krachtpatser van dienst is meestal een beetje dom.
Nadat al die inzichten verworven waren, konden de leerlingen zelf aan de slag: met getekende platen, minitoneeltjes en vertelbeurten stelden ze hun teasers voor een nieuwe Netflixreeks aan elkaar voor. De begeleidster was onder de indruk: elke verhaal kon wel aanspraak maken op een nominatie voor een of andere award: origineelste plotwending, best bedachte hoofdfiguur,…
Het doel van deze missie was daarmee bereikt of zoals de site van Heldenflix zegt: Entertainment veranderde enorm door de jaren, maar de achterliggende mechanismen blijven hetzelfde. De meeste ridderromans van toen zijn onbekend bij het publiek van nu, maar bevatten een schat aan vertelstrategieën die gemeengoed zijn voor hedendaagse schrijvers en scenaristen. En dat is precies wat we na deze workshop helemaal begrepen hebben.
Dat dit allemaal kon plaatsvinden in de zeer uitzonderlijk toegankelijke Nottebohmzaal van de bibliotheek maakte deze ervaring nog buitengewoner.
Een uitstap om met plezier op terug te kijken.
(B. Nelen)

Maris Stella verliest haar oud-leerlingen niet uit het oog. We volgen op de voet welke wegen onze ex-studenten inslaan en waarheen het leven hen leidt. Daarom richtten we de ‘Wall of fame’ op, een groeiende verzameling interviews met afgestudeerden die hun talenten op een interessante wijze hebben ontwikkeld. Deze maand spraken we met RAF DE BIE.
1.Dag Raf. Laat ons starten met een logische vraag: wanneer ben je afgestudeerd aan het Maris Stella instituut en binnen welke richting?
Ik studeerde af in 2005 in de richting Economie-Wiskunde (6u). Ik heb het vijfde jaar gedubbeld. Ik viel in de eerste week ziek uit en moest het ganse jaar thuis blijven. Het positieve aan dat verhaal is dat de vrienden die ik in dat gedubbelde jaar leerde kennen nog steeds tot mijn beste vrienden behoren.
Ik ben de school nog een bedankje verschuldigd om mij te laten afstuderen, want mijn punten namen in die laatste twee jaar een duikvlucht. Het was kantje boord.
2.Hoe kijk je terug op je schoolcarrière binnen Maris Stella? Welke vakken/ervaringen vond je interessant?
De eerste vier jaar vond ik school best oké, de laatste twee jaar waren door de ziekte behoorlijk droevig. Er zit dus een zekere tweespalt in hoe ik de dingen heb ervaren. Maar wat over die zes jaar altijd gelijk is gebleven: het zijn de leraren die de vakken interessant maken. Er waren jaren waarin ik Engels of godsdienst niet leuk vond en er waren jaren waarin ik net naar die lessen uitkeek.
Als ik toch een specifiek vak moet noemen, is het wiskunde. Het blijft me verbazen hoe we van een eenvoudig tellen op de vingers zijn gekomen tot een volstrekt abstracte wereld die toch steek houdt. Variabelen, matrices, verzamelingen en vergelijkingen. En van alles is bewezen dat het klopt. Het is in dezer tijden nog zowat de enige plek waar je met bewijzen moet afkomen voordat je wordt geloofd. Daarbij zei mijn voormalige leraar Frans Gyssels ooit ook dat wiskundigen van nature lui zijn. In die zin ben ik een ultieme wiskundige.
3.Je volgde een opleiding aan de SchrijversAcademie in Antwerpen. Wanneer besefte je dat je schrijver wilde worden?
Toen ik eenentwintig was, kreeg ik voor het eerst het idee dat ik een boek wilde schrijven. Dat heb ik toen ook maar meteen gedaan. Vervolgens werd het door uitgeverijen de grond in geboord. En ze hadden gelijk. Ik had nog te weinig ervaring, ik was veel te wild en ik had geen idee wat ik precies wilde vertellen. En echt goed schrijven kon ik ook nog niet. Zo volgden er daarna nog wat armzalige pogingen, tot ik besliste dat ik eerst één goede bladzijde moest leren schrijven alvorens te denken dat ik een publiceerbare roman kon uitbrengen.
Hierop begon ik deel te nemen aan heel veel schrijfwedstrijden, in alle genres die je maar kan bedenken. Uiteindelijk won ik er enkele. Dat gaf me het vertrouwen om me in te schrijven bij een echte schrijfopleiding: de SchrijversAcademie in Antwerpen. Daar kreeg ik les van bekende auteurs. En nadat ik daar steeds betere en langere kortverhalen leerde schrijven, waar ik mijn stijl ontdekte en in literaire tijdschriften publiceerde, was ik eindelijk echt klaar om nog eens een roman te proberen. Dat werd Dromenvanger Dino en het verhaal van de Vespa.
4.Je was eveneens twee jaar redactielid bij het Gentse tijdschrift Kluger Hans. Had je reeds een passie voor taal en literatuur toen je les volgde op Maris Stella?
Ik vond een boekbespreking maken altijd tot het minder vervelende huiswerk behoren. En als er in de opgave van die boekbespreking ergens een creatieve opdracht zat (bvb. om de laatste bladzijde van het boek te herschrijven) koos ik daar vaak voor. Ik schreef ook weleens een gedicht, al nam ik mezelf daarin nog niet serieus. Ik vond me in die dagen te cool om me kwetsbaar op te stellen. Jammer eigenlijk, want anders was mijn boek er vast sneller gekomen. Daarbij was het een goede manier geweest om mezelf wat beter te leren kennen. Het was net cool geweest als ik me toen had toegelaten om echt mezelf te zijn, om mezelf te ontplooien, in plaats van me daarvan af te schermen.
Verder was het fijn hoe het vak Nederlands doorheen de jaren evolueerde. Woordbouw, dictees en zinsleer vond ik nooit echt interessant. Maar in de latere jaren kregen we les over oude Nederlandse teksten en moesten we toneelstukken analyseren. Dat vond ik al een stuk leuker. En pas later begreep ik dat ik het vak Esthetica fijn vond, niet enkel omdat het een rustiger uurtje was, maar omdat die kunstenaars me wel lagen. Mogen nadenken over wat je in een schilderij ziet is natuurlijk boeiender dan Franse woordjes in het thema belastingen te leren.
Ik heb ook altijd veel gelezen. In die tijd waren dat voornamelijk thrillers en detectiveverhalen. Andere literatuur is pas veel later gekomen. Ik begrijp dat sommige studenten daar op afknappen. Als je The Catcher in the Rye of De Avonden moet lezen zonder dat je daar zin in hebt, heb je daar heel weinig aan. Meer nog, je loopt het risico om er een afkeer van te krijgen. Dat is jammer, want als je het juiste boek op het juiste moment leest, gaat er een nieuwe wereld open. Het boek dat mij in de literatuur heeft gebracht is Norwegian Wood van Haruki Murakami.
5.Je debuutroman Dromenvanger Dino en het verhaal van de Vespa kreeg lovende kritieken, zowel in binnen – als buitenland. Kun je even kort vertellen waar het verhaal over gaat?
Het verhaal gaat over Dino, een jonge hulpkok werkzaam onder een strenge chef in een Italiaans restaurant. Daarnaast is Dino een dromenvanger. Dat is een kinderspelletje dat hij ooit heeft bedacht: hij schrijft de namen op van de mensen waar hij over droomt. Op een dag ontmoet Dino de dochter van de chef. Diezelfde nacht droomt hij over haar. Het is een droom die blijft terugkeren, die hem iets lijkt te willen vertellen. En ook de oude Vespa van de chef lijkt een rol te spelen in dat verhaal. Samen met de dochter van de chef gaat Dino op zoek naar de oorsprong van die droom. Ondertussen beginnen droom en werkelijkheid door elkaar heen te lopen.
Dromenvanger Dino en het verhaal van de Vespa is een magisch-realistisch verhaal. Dat genre wordt in Vlaanderen, of zelfs in het Nederlandse taalgebied, niet vaak gebruikt. Een beetje jammer, want het geeft nieuwe mogelijkheden in hoe je een verhaal kan vertellen. Het is een genre met veel vrijheid, soms zelfs een speeltuin. Ik heb mijn inspiratie gehaald uit manga’s van oa. Inio Asano en Makoto Shinkai, maar ook bij schrijvers als Haruki Murakami en David Mitchell.
Het vreemde is dat de Belgische schrijvers Hubert Lampo en Johan Daisne vroeger wel erg populair waren in het magisch-realistische genre. Ergens is er dus iets verloren gegaan. Hopelijk draagt mijn boek een steentje toe bij om het genre weer op te starten.
6.Is er een gedachte die je graag meegeeft met je lezers? Wat hoop je dat zij halen uit jouw boek?
Ik heb het gevoel dat als ik een boek de wereld in gooi, dat het dan aan de lezer is om te beslissen wat er kan worden uitgehaald. Anders ga ik sturen. Dat vind ik niet de taak van de schrijver.
Ik kan wel vertellen waar ik zoal in mijn hoofd mee bezig was tijdens het schrijven: hoe we zware gebeurtenissen kunnen plaatsen, hoe we bij het volwassen worden ons niet mogen laten vastroesten, niet te bitter mogen worden door de teleurstellingen die we meemaken, hoe verliefdheid ons risico’s laat nemen, en hoe het nuttig kan zijn om soms eens om ons heen te kijken en onze fantasie te gebruiken.
Dat hoeft er voor mij niet allemaal te worden uitgehaald. Het zijn gewoon een paar van de dingen die in mijn hoofd rondzweefden terwijl ik schreef.
7.Overleven als schrijver is niet altijd even makkelijk. Ervaar je dit zelf ook? Is het een moeilijke weg naar de literaire top?
Er bestaat een stelling die luidt: een boek schrijven is moeilijk, een goed boek schrijven nog moeilijker, en dat boek vervolgens nog uitgegeven krijgen is haast onmogelijk. Dat klinkt een beetje overdreven en dat is het wellicht ook. Ik geloof dat, als je een boek wil uitbrengen, dat ook kan lukken, al zal je er heel wat offers voor moeten maken. Er zijn heel veel hindernissen om te overwinnen. Los van het schrijven van het boek zijn er bij uitgeverijen namelijk maar weinig beschikbare plekjes vrij voor debutanten. In deze tijden, waarin er steeds minder wordt gelezen, beschikken veel uitgeverijen niet meer over de middelen om beloftevolle schrijvers te begeleiden in hun weg naar dat eerste boek. Dat is te begrijpen, nieuwe schrijvers verkopen vaak minder dan de gevestigde waarden en zijn dus een onzekere investering. Er kruipt gewoon bijzonder veel tijd in het persklaar maken van een manuscript.
Daarnaast kent iedereen de verhalen van zelfs een bekend boek als Harry Potter. Ook het manuscript van JK Rowling is erg vaak afgewezen, tot er dan toch een uitgeverij de sprong durfde te wagen. Hoe gebeurt zoiets? Ook bij mij was het uiteindelijk maar één uitgeverij die de samenwerking wilde aangaan. Bij andere uitgeverijen was het weliswaar bijna goed (of niet de stijl die we zoeken), maar dan hadden ze eerder interesse om een volgend manuscript te lezen. Dit debuut is ondertussen bijna onderweg naar een tweede druk. Dat toont dat je soms een beetje geluk moet hebben. De juiste persoon moet het boek op het juiste moment op het juiste bureau gooien, waardoor die uitgeversvonk ontstaat. Afwijzing hoort bij het wereldje.
Overleven kan je ook financieel bekijken. Van boeken schrijven word je niet rijk. Wie fictie wil schrijven, kan dat maar beter in zijn hoofd prenten. Ik ben zelf niet erg materialistisch ingesteld, dus voor mij is dat geen probleem. En nu dit eerste boek uit is, kan ik proberen een schrijfbeurs aan te vragen. Met dank aan de Vlaamse overheid! Verder kan ik bijvoorbeeld wat bijverdienen met het geven van lezingen, een losse schrijfopdracht of het inlezen van mijn audioboek. Er zijn ook veel schrijvers die voltijds of halftijds een andere job uitvoeren om de eindjes aan elkaar te knopen.
8.Heb je nog nieuwe projecten op stapel liggen? Wat mogen we in de toekomst van jou verwachten?
Ik heb nog heel wat ideeën liggen. Ik geloof dat ik nog makkelijk drie nieuwe boeken kan schrijven voor ik met iets volstrekt nieuw moet komen. De laatste maanden ben ik van het ene naar het andere manuscript gesprongen, maar nu heb ik toch het juiste idee beet dat hopelijk het tweede boek zal worden.
Verder zou er een droom uitkomen als er een anime van Dromenvanger Dino wordt gemaakt. Hoe dat werkelijkheid moet worden, weet ik niet. Maar ik wist ook niet dat het schrijven van een roman ging lukken, dus misschien lukt ook dit wel een keer.
9.Welke boodschap zou je willen geven aan onze huidige zesdejaars die aan de vooravond staan van hun leven na Maris Stella?
Er is kortetermijngeluk en er is geluk op de lange termijn. Het eerste is makkelijk te bereiken, denk bijvoorbeeld aan een avondje uit. Het langetermijngeluk is anders. Het vergt tijd, geduld, doorzettingsvermogen en nog een heleboel andere vervelende dingen. Daarnaast is het ook nog eens moeilijker om te definiëren, het is een soort van tevredenheid met het pad waar je op zit. Het eerste, dat kortetermijngeluk, grijp ernaar zo veel je wil, maar denk van tijd tot tijd na over waar je op de lange termijn wil staan, toets je huidige leven af aan die toekomstvisie, en zet af en toe een stap in de juiste richting.

Tijdens de maand februari namen een groot aantal leerlingen deel aan de olympiades. Dit zijn de olympische spelen van de geest, waarbij leerlingen zich vrijwillig inschrijven om hun kennis van een bepaald vakgebied te testen. Zo was er de Olympiade STEM, natuurwetenschappen, biologie, fysica en Frans. In het verleden viel Maris Stella reeds meerdere keren in de prijzen. Ons opvoedingsproject focust zich op een brede ontwikkeling van vaardigheden en hoopt zo het cognitieve inzicht van jongeren maximaal te ontplooien. We zijn dan ook blij dat vele van onze studenten de eerste rondes hebben overleefd. Benieuwd of ze de eindmeet halen….



De leerlingen van de eerste graad toonden zich van hun creatiefste kant tijdens de Gedichtendag. In bijlage enkele foto's van gedichten die de leerlingen tijdens de lessen BOT hebben gemaakt. Via knipgedichten, Google gedichten en stiftgedichten moesten zij een artistieke component toevoegen aan alledaagse teksten zoals recepten en Internetbronnen.


Op vrijdagavond 10 maart waren 23 leerlingen uit het 5de jaar bereid om hun agenda vrij te maken voor een uitstap naar het Elisabethcenter in Antwerpen. Op het programma stond namelijk een klassiek concert, uitgevoerd door het Antwerp Symphony Orchestra onder leiding van dirigente Elim Chan.
Deze avond was een ware totaalbeleving, waarbij onze leerlingen werden ondergedompeld in de wondere wereld van de klassieke muziek. Voor de aanvang van het concert kregen zij een rondleiding backstage door twee professionele docenten die hen meer vertelden over de fantastische concertzaal, de praktische werking van het orkest en de verschillende soorten instrumenten. Ook kregen onze studenten de kans om al hun vragen te stellen aan één van de orkestleden (een fluitiste), die speciaal tijd voor ons had vrij gemaakt. Deze ruime introductie was een geweldige opwarming om vervolgens de orkestleden live in actie te zien.
Voor de pauze stonden twee werken van W.A. Mozart op het programma: de ouverture van Idomeneo en zijn 24ste pianoconcerto. De virtuositeit van pianist Steven Osborne maakte een diepe indruk! Na een welverdiend drankje was het tijd voor de klepper van de avond: Tchaikovski’s 6e symfonie. Een meeslepend werk vol pathos en emotionele energie die niemand in de zaal onberoerd liet. De leerlingen beleefden een avond die ze niet snel zullen vergeten. Het bewijs dat klassieke muziek onze jeugd kan raken en boeien.

Als groene school is het onze verantwoordelijkheid om zo weinig mogelijk afval te produceren en leerlingen bewust te maken van de correcte sorteerregels. Daarom neemt Maris Stella deel aan “Operatie Proper”, een initiatief van Mooimakers. Deze ondersteunt ons ecologische schoolbeleid en de milieubewuste initiatieven die onze school onderneemt. Hierbij denken we aan de jaarlijkse Week of Waste (waarbij leerlingen van het vierde jaar zwerfvuil ruimen rondom de school) en we maken om de 14 dagen de PMD- en huisvuilzakken zichtbaar op de speelplaats. Zien we een daling? Dan worden onze leerlingen beloond voor hun inspanningen!
In het teken van Operatie Proper planden enkele leerkrachten op donderdag 10 februari een actie rond afval sorteren. Deze actie werd georganiseerd vanuit de werkgroep MOS (Milieu op school) en zet zich in om, samen met de leerlingen, een milieuvriendelijke en duurzame leer- en leefomgeving te creëren.
Enkele leerkrachten trokken, met grijpstokken in de aanslag, de speelplaats op en spoorden de leerlingen aan om zwerfafval in de correcte vuilbakken te sorteren. Daarnaast konden ze eveneens diverse spelletjes spelen om hun bewustzijn omtrent correct sorteren te vergroten. Een leuke en leerrijke manier om samen te streven naar een propere wereld.
Met resultaat! In slechts 14 dagen hebben we de hoeveelheid afval op school aanzienlijk zien verminderen. Belofte maakt schuld: op 25 februari mochten onze leerlingen als beloning hun schooluniform vervangen door een gekke verkleedoutfit.
Ondertussen blijven we strijden tegen de afvalberg door goed te sorteren en geen zwerfvuil achter te laten!

Tijdens de maand februari moedigden we onze leerlingen aan om hun gezondheid een boost te geven. We daagden hen uit om een ‘challenge’ aan te gaan: hun gsm-gebruik beperken, minder frisdrank drinken, meer bewegen, …
Op onze website plaatsten we een overzicht van alle gezondheidsacties en wat achtergrondinformatie.
De leerlingen kozen zelf een zinvolle uitdaging waar zij zich voor konden motiveren en beloofden dit minstens één maand vol te houden. Ook mochten ze hun klasgenoten uitdagen om samen de strijd aan te gaan, want samen sta je sterker.
De leerlingen deelden hun keuze mee aan de leerkracht LO die hun voortgang opvolgde. Als leerkrachtenteam van een groene school moeten wij uiteraard het goeie voorbeeld geven! Enkele leerkrachten gaven zich vrijwillig op om tijdens de middagen, samen met de studenten, actief te gaan wandelen in de schoolomgeving. Zo voelden de leerlingen zich geruggesteund.
Maar de grootste motivatie bleef uiteraard: een gezonde geest in een gezond lichaam!

Op woensdagnamiddag 19 januari werd de sporthal omgetoverd tot een 'archery tag arena'. Eerst leerden de leerlingen schieten met pijl en boog op obstakels. Nadien namen zij het tegen elkaar op in verschillende wedstrijden. Maskers op, bogen in de aanslag en aanvallen!

Op dinsag 8 februari maakten de leerlingen van het 6de jaar KSO een korte maar leuke uitstap naar het domein de Kooldries in Brecht, mét de fiets. Hier hebben ze ook een wandeling met opdrachten van 5km gemaakt die hen weer wat heeft bijgeleerd over de aardrijkskunde van de streek, en ook dat je best goede stapschoenen aandoet en niet je witte sneakers als je gaat wandelen in een domein vol oude kleiputten. Zeker niet als het al veel heeft geregend in de weken ervoor… Tip dus aan diegenen die deze uitstap nog tegemoet gaan: als mevrouw zegt dat je goede wandelschoenen aan moet doen, doe dit dan !
De uitstap paste ook helemaal in de februari-challenge “voldoende bewegen”, dus het was zeker een goede combo sporten en leren.

Maris Stella verliest haar oud-leerlingen niet uit het oog. We volgen op de voet welke wegen onze ex-studenten inslaan en waarheen het leven hen leidt. Daarom richtten we de ‘Wall of fame’ op, een groeiende verzameling interviews met afgestudeerden die hun talenten op een interessante wijze hebben ontwikkeld. Deze maand spraken we met NOUCHIN DE LOOSE.
1. Dag Nouchin. Laat ons starten met een logische vraag: wanneer ben je afgestudeerd aan het Maris Stella instituut en binnen welke richting?
Ik ben afgestudeerd in 2013 binnen de richting Wetenschappen – Wiskunde.
2. Hoe kijk je terug op je schoolcarrière binnen Maris Stella? Welke vakken/ervaringen vond je interessant?
Ik kijk met een tevreden blik terug op mijn tijd aan Maris Stella. Zowel binnen de klasmuren als daarbuiten heb ik heel mooie momenten mogen beleven. Wat me vooral is bijgebleven zijn de leuke studiereizen die we gemaakt hebben. Xanten, Canterbury, Parijs en de rondreis door Italië, één voor één ervaringen om nooit meer te vergeten.
Mijn lievelingsvakken waren chemie, biologie en natuurlijk ook wiskunde van Meneer Verhees. Vooral de lessen van Meneer Van den Langenbergh hebben op mij een diepe indruk nagelaten. Hij kon op een heel interessante manier lesgeven door veel te verwijzen naar zijn ervaringen in de industrie, proeven te demonstreren en ons te laten deelnemen aan de kristalwedstrijd (d.i. een zo groot mogelijk en mooi kristal laten groeien).
Deze interactieve manier van lesgeven en de koppeling tussen de theorie uit de boeken en de praktijk in de industrie zijn me sterk bijgebleven en hebben er voor gezorgd dat ik ook op deze manier wil lesgeven. Je kan, naar mijn mening, leerstof veel beter overbrengen als je het daadwerkelijk al eens hebt uitgevoerd!
3. Welke studie heb je aangevat na je afstuderen en waarom?
Ik heb biochemie en biotechnologie gestudeerd aan de universiteit van Antwerpen. Waarom? Goede vraag! Ik heb mijn studiekeuze heel lang uitgesteld. Ik denk dat ik pas in de paasvakantie voor de eerste keer gebladerd heb in de brochures die toen door de universiteiten werden rondgestuurd. Een onmogelijke keuze om tussen die honderden richtingen, de “juiste” studierichting te kiezen, dus ik maakte al snel een selectieproces.
Ik heb er toen voor gekozen om mijn lievelingsvakken te combineren (biologie, chemie en wiskunde), wat resulteerde in de richting Biochemie en Biotechnologie. Bovendien was het toen ook een vrij nieuwe richting waardoor mijn interesse nog meer getriggerd werd. Achteraf gezien heb ik zeker de juiste studiekeuze gemaakt. Ik heb geen moment gedacht “Waarom heb ik deze richting gekozen?”, maar op het eigenlijke keuzemoment rees toch vaak de vraag “Is dit zeker wel de juiste keuze?”. Ik denk dat iedereen op dat moment wel met een klein beetje stress zit voor die “allesbepalende” keuze.
4. Heb je het gevoel dat Maris Stella je goed heeft voorbereid op je hogere studies?
Zeer zeker! Maris Stella vraagt veel inzet en discipline van haar studenten, maar het zijn ook deze eigenschappen die me zo ver hebben gebracht. Bovendien zorgt Maris Stella er ook voor dat leerlingen met een leerstoornis gelijke kansen krijgen. In het 6e leerjaar werd een zware vorm van dyslexie bij me vastgesteld. Door de hulpmiddelen die Maris Stella aanbood, tijdens de examens maar ook op andere momenten doorheen het jaar, heb ik me verder kunnen ontwikkelen en geleerd hoe ik mijn ‘stoornis’ een plaats moest geven en hoe ik er mee moest omgaan. Ik ben er dan ook van overtuigd dat een leerstoornis niet bepalend is voor iemand zijn intellectueel kunnen. Iedereen blinkt ergens in uit! Ik duidelijk niet in taal, maar wel in de meer wetenschappelijke vakken.
Mijn eigenlijke studiekeuze voor Biochemie en Biotechnologie riep wel wat vragen op binnen Maris Stella. Ik weet nog goed dat, na het moment waarop we onze studiekeuzes moesten doorgeven, ik door Meneer Verhees apart werd geroepen met de vraag “Nouchin, weet je zeker dat deze studierichting bestaat? Zijn dit geen twee verschillende richtingen?”. Ik kan met zekerheid zeggen Mr. Verhees, Biochemie en Biotechnologie bestaat wel zeker als één richting.
5. Je blijkt een erg ondernemend iemand te zijn. Tijdens de lockdown van 2020 heb je niet stilgezeten. Je bracht, samen met je man, een eigen gin uit met de naam ‘Old Stories’. Waarom heb je dit gedaan?
De ondernemingskriebels heb ik overgenomen van mijn vriend. Hij is zeer ondernemend en speelde al even met het idee om een eigen drank uit te brengen. We hebben op een zondagmorgen al onze ideeën op tafel gegooid met ‘Old Stories’ als resultaat.
We zijn beide echte familiemensen dus we wisten al vrij snel dat familie centraal moest staan in ons idee. Onze gin is dus eigenlijk een ode aan onze beide families. Want hoewel het kernidee, de maalderij, vooral verwijst naar de familie van Matthias, zijn de details, zoals het etiket, een verwijzing naar mijn familie.
6. Hogere ‘ginstudies’ aan een prestigieuze universiteit bestaan naar mijn weten nog niet. Hoe begin je met het bedenken van een dergelijke drank? Hoe verloopt het creatieproces?
Je begint met een heel uitgebreid onderzoek. Eerst en vooral zijn we op zoek gegaan naar een drank waar we beide achter staan en lusten. Vervolgens zijn we beginnen denken over een mogelijk verhaal waaraan we de gin wilden koppelen. Dit verhaal hebben we dan proberen verder te trekken in de keuze van de smaak, het etiket en de uitstraling van de fles.
Je kan in België ook niet zomaar je eigen gin beginnen produceren. Als je zoiets dergelijks op de markt wil brengen, hangen hier een heleboel regels en wetten aan vast in verband met de voedselveiligheid. Dus een samenwerking op vlak van productie was hier wel aangeraden.
In overleg hebben we dan ons recept laten brouwen en bottelen. Het eindresultaat; naar eigen zeggen een heerlijke gin, waarbij de fles een streling is voor het oog en het verhaal aanzet geeft om even nostalgisch te worden en de familiegeschiedenis nog eens boven te halen.
7. Voor de mensen die nog inspiratie nodig hebben voor een kerstcadeau, kun je ons eens uitleggen wat er zo speciaal is aan de smaak van ‘Old Stories’?
Old Stories is een heel veelzijdige gin waarbij de focus ligt op ingrediënten die in en rondom de maalderij aanwezig waren, denk maar aan hooi, eikel, rabarber en heermoes. Het zijn zeker niet de standaard ingrediënten die je verwacht in gin. Het smakenpalet leent zich er echter toe om met verschillende tonics een totaal andere smaakbeleving te creëren. Hou je van zoet? Heb je het liever wat zachter? Of toch liever kruidig? Gebruik de juiste tonic en botanicals en het kan allemaal met één fles Old Stories.
Daarnaast is ‘Old Stories’ ook meer dan gewoon een fles gin, het is een stukje familiegeschiedenis, er schuilt een verhaal achter. We willen met ‘Old Stories’ graag een moment creëren waarin we mensen laten stil staan in het drukke leven en even laten genieten.
8. Slaat jullie experiment aan bij de mensen en hebben jullie nog toekomstplannen binnen deze interessante branche?
Wat letterlijk begon als een sprong in het diepe, is uitgedraaid tot een zeer leuke business. Wij krijgen veel leuke en enthousiaste feedback van mensen in de omgeving en dat is waarvoor we dit doen. Wij zijn geen grote speler binnen de markt, maar een klein en lokaal merk dat geapprecieerd wordt, en dat is heel fijn. Onze families zijn ook super trots en dat is het belangrijkste. Wat de toekomst brengt? Er borrelen wel wat ideetjes, zoals een thee met hetzelfde smakenpalet als de gin, maar de verdere uitwerking moet nog vorm krijgen.
9. Welke boodschap zou je willen geven aan onze huidige zesdejaars die aan de vooravond staan van hun leven na Maris Stella?
Kies voor iets wat je graag doet, of denkt te doen. Weet je het nog niet zeker terwijl de rest al rotsvast overtuigd is van zijn studiekeuze, geef jezelf dan de tijd. Je komt er wel uit op jouw tempo. Laat een leerstoornis bovendien ook niet je toekomst bepalen. Je bent meer dan je leerstoornis! En als laatste wil ik nog meegeven, verbreed af en toe je blikveld. Er is zoveel dat je kan missen als je niet af en toe die oogkleppen afdoet. Moest ik me 100% alleen gefocust hebben op mijn wetenschappelijke studie, dan had ik mijn liefde voor ondernemen niet ontdekt.
Sinds dit schooljaar hebben we op Maris Stella een nieuwe pedagogisch directeur: Mevr. Liesbeth Piot (links op de foto).
Vorig jaar mochten we Hilde van Dyck uitwuiven. Dit zorgde voor een reorganisatie binnen het directiebestuur. Mr. Otten werd algemeen directeur, Mevr. Mattheusen werd aangesteld als pedagogisch directeur 1ste graad en Mevr. Piot kreeg de 2de en de 3de graad onder haar hoede.
Mevr. Piot is een nieuw gezicht op onze school en de eerste kennismaking verliep alvast vlot. Uiteraard komen we graag iets meer te weten over onze nieuwe aanwinst en heten we haar van harte welkom. Een kort interview!

Dag Mevr. Piot. Allereerst wil ik u, in naam van het schoolbestuur en het personeel van harte welkom heten op onze school. Kende u Maris Stella reeds, alvorens u de functie van directeur opnam? Zo ja, in welke zin?
Dank u. Trouwens dank u aan iedereen om me zo warm welkom te heten.
Ik kende Maris Stella al een beetje. De school waar ik vroeger werkte, Sint-Ludgardis Antwerpen, en Maris Stella zijn beide KVO-scholen. De directeurs van KVO vergaderen regelmatig samen. Dus ik kende mevrouw Seuntjes, mevrouw Van Dyck, mevrouw Mattheussen en meneer Otten al. Het viel me altijd op dat hun inbreng to-the-point en onderbouwd was, en dat ze hartelijk waren. Ook was ik al eens op Maris Stella geweest omdat we mochten komen kennismaken met het Rafiki-project. Ik wist dus dat Maris Stella twee dingen heel goed met elkaar weet te combineren: een hoog niveau én goede zorg en ondersteuning voor de leerlingen.
Daarnaast ken ik Maris Stella ook als inwoner van Malle. En ook dat beeld was positief, want ik hoorde vooral zeggen dat mensen hun kinderen naar Maris Stella laten gaan omdat ze veel leren en goed aan de start van het hoger onderwijs kunnen beginnen. Ook dat ze niet meteen worden afgeschreven wanneer sommige zaken niet vanzelf gaan of er eens moeilijkheden opduiken. Dat laatste vind ik heel waardevol.
Kunt u misschien iets vertellen over uw vorige functie? Heeft u reeds ervaring binnen het onderwijs?
Ik ben ongeveer 8 jaar aan de slag geweest als pedagogisch directeur in Sint-Ludgardis Antwerpen. Mijn voornaamste taak was alles opvolgen dat met de leerlingen van de secundaire school te maken had. Op dat vlak zijn er veel gelijkenissen met wat ik nu doe of probeer te doen in Maris Stella. Dat helpt wel. Tegelijkertijd is elke school anders, dus ik probeer zo snel mogelijk alle gewoonten van Maris Stella te leren kennen. En in de eerste plaats natuurlijk de mensen die de school maken tot wat ze is: alle collega’s en leerlingen, het schoolbestuur, ouders, enz.
Wat was uw motivatie om binnen onze school te komen werken?
Ik had een positief beeld van Maris Stella en had bv. al regelmatig tegen mijn ouders en mijn echtgenoot gezegd dat als ik ooit de kans zou krijgen om daar aan de slag te gaan, ik dat wel graag zou doen. Tegelijkertijd was ik natuurlijk ook erg gehecht aan Sint-Ludgardis en ik deed mijn job daar ook heel graag. Dus de drempel om daar weg te gaan was wel hoog.
Wat heeft dan de doorslag gegeven? Soms was het pendelen naar Antwerpen echt zottenwerk. Vaak moest ik heel vroeg vertrekken en/of was ik heel laat thuis. Ik bleef soms zelfs in Antwerpen slapen, bv. tijdens de laatste week van juni met klassenraden, proclamaties, feesten en oudercontacten van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Dat was allemaal alleen maar mogelijk door de vele hulp die we kregen van onze ouders, familie, babysitters, enz. En toen kwam corona en viel plots al die hulp voor een hele tijd weg. Dat heeft me echt doen beseffen dat het toch wel goed zou zijn om niet zoveel tijd te verliezen en dichter bij huis te werken. En net op dat moment verscheen er plots een vacature voor pedagogisch directeur 2e en 3e graad op Maris Stella. Dat pedagogische spreekt me erg aan. Ik haal veel voldoening uit het contact met leerlingen, leerkrachten, enz. Dus zowel de jobomschrijving als de school spraken me aan. Bovendien wist ik dat, als ik de job zou krijgen, ik in het directieteam zou komen met meneer Otten en mevrouw Mattheussen. Dat vond ik ook een pluspunt. Ik had dus echt het gevoel dat het nu of nooit was en heb dan mijn kans gewaagd.
Zijn uw eerste ervaringen binnen onze school positief? Wat is u inmiddels opgevallen?
Het klinkt misschien overdreven, maar mijn eerste ervaringen zijn echt wel heel positief. Wat me meteen opviel is hoe vriendelijk iedereen hier is. Dat vind ik dus echt geweldig. Er is veel werk en soms zijn er moeilijke dingen om aan te pakken. Dat je dat dan samen kan doen met mensen die vriendelijk zijn, u een eerlijke kans geven, open en oprecht zijn, is voor mij heel veel waard en is zeker één van de redenen waarom ik nog geen seconde spijt heb gehad van mijn beslissing.
Waar ik ook nog elke dag verbaasd over kan zijn, is wat voor toffe leerlingen hier zitten. Ook de leerlingen zijn heel vriendelijk en beleefd, zelfs wanneer mijn antwoord op een vraag soms helemaal niet is waar een leerling op gehoopt had. Daarnaast zijn er ook veel waardevolle initiatieven op MSI die mee door de leerlingen zelf georganiseerd worden. Dat zorgt voor een bruisende school, zelfs nu corona nog regelmatig stokken in de wielen steekt.
Ik zou nog veel dingen kunnen opsommen, maar als ik er nog één moet uitkiezen: het valt me ook op dat veel dingen heel degelijk in elkaar zitten en er veel en goed wordt samengewerkt: de digisprong, de hervorming van het secundair onderwijs, vakoverschrijdende projecten, enz. Er zijn heel wat thema’s die op een grondige manier en samen met verschillende mensen worden bestudeerd en georganiseerd. Dat ik daar mee deel van mag uitmaken, vind ik dus ook heel plezant.
Wat hoopt u te kunnen bijdragen aan ons opvoedingsproject? Ziet u nog uitdagingen voor onze school?
In de eerste plaats hoop ik er mee voor te zorgen dat de sterke punten van de school behouden blijven: een hoog studiepeil bereiken, het bieden van krachtige leeromgevingen, leerlingen ondersteunen in hun groei naar zelfstandigheid, het groene kader, enz. Die sterke punten behouden betekent volgens mij niet enkel verderzetten waar we al mee bezig zijn, maar telkens opnieuw de vertaalslag maken. Er is immers veel dat snel evolueert en een impact heeft op de leef- en leerwereld van jongeren. De uitdaging ligt volgens mij dus in een goed evenwicht tussen stabiliteit en veranderen of aanpassen.
Wat is uw beeld van onderwijs in de 21ste eeuw? Welke competenties zijn absoluut noodzakelijk voor een jongere?
Ik denk dat het belangrijk is dat jongeren in staat zijn om te blijven leren. De tijd dat iemand zich klaarstoomde om voor de rest van zijn leven 1 job te doen is denk ik voorbij. Bovendien zullen deze jongeren later zelfs jobs uitoefenen waarvan we nu het bestaan nog niet kennen. Het wordt dus des te belangrijker om een basis aan vaardigheden en competenties te hebben om levenslang te leren: in staat zijn te weten waar je nieuwe kennis kan vinden om een probleem op te lossen, een onderscheid kunnen maken tussen betrouwbare en valide kennis en ‘fake news’ of slecht onderbouwde beweringen, computationeel denken, zodat je begrijpt hoe nieuwe toepassingen zijn opgebouwd, creatief en ondernemend zijn, enz.
Voor mij betekent dat niet dat een goede kennisbasis niet meer belangrijk is. Je hoort soms dat mensen zeggen “waarom moet ik dat nog leren als ik het gewoon kan opzoeken?”. Je moet de geschiedenis kennen om gebeurtenissen en reacties daarop in het heden te begrijpen. Je moet kennis hebben om kritisch te kunnen denken. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Wat volgens mij ook super belangrijk is, is dat jongeren een ethisch kompas ontwikkelen en leren onderscheiden wat voor hen echt van belang is. Jongeren hebben tegenwoordig ontzettend veel keuzemogelijkheden. Dat is denk ik niet altijd een cadeau en kan ook veel druk zetten op jongeren (op volwassenen ook trouwens). Inzicht hebben op wat voor jou echt van belang is en keuzes kunnen maken in het verlengde daarvan, wordt daarom volgens mij des te belangrijker.
Om af te sluiten, heeft u nog een rechtstreekse boodschap voor onze leerlingen om 2022 mooi in te zetten?
Het is een heel gekke start van een nieuw jaar. Een nieuw jaar is meestal een moment om een frisse start te nemen, nieuwe en soms ook grootse plannen te maken, maar dat wordt weer een beetje doorkruist door de zoveelste coronagolf. Mijn boodschap aan de leerlingen is daarom: zelfs al is het soms moeilijk, omdat er weer iets geannuleerd wordt of niet kan, kijk naar de dingen die wél nog kunnen. Dat zijn er best veel. En dat maakt je echt gelukkiger. Dat zeg ik niet alleen. Dat is zelfs bewezen door onderzoek. Geen fake news, beloofd!
Ongetwijfeld vernam u in de media de aankondiging van het relanceplan door minister Ben Weyts om te investeren in een grote “digisprong” voor alle scholen, leerlingen en leerkrachten.
Het afstandsonderwijs tijdens de coronaperiode maakte het belang van de digitalisering duidelijk en bracht tegelijk ook een aantal lacunes aan het licht op vlak van bijvoorbeeld ICT-vaardigheden. Daarom ondersteunt de overheid alle scholen om versneld de digitalisering verder vorm te geven. Een stap hiertoe is het faciliteren van een toestel voor elke leerling.
Deze digisprong zal binnen onze school worden geïntroduceerd in verschillende fases. Dit schooljaar 21-22 voorzien wij een Chromebook voor elke leerling in het eerste en derde jaar. De leerlingen nemen het toestel, net als schoolboeken, mee van school naar huis en omgekeerd. Het toestel is dus ook voor thuis bedoeld als ondersteuning bij het schoolwerk.
Tijdens het schooljaar 22-23 voorzien wij een toestel voor alle andere jaren. Voor de hogere jaren zal een laptop voorzien worden.
In onze visie blijft de digitalisering een middel, geen doel op zich. We wensen de digitalisering in te zetten om de leerprocessen voor alle leerlingen nog meer te versterken o.a. door meer mogelijkheden tot differentiatie met kansen tot remediëring en uitdaging. Tegelijk draagt deze digisprong sterk bij tot het ontwikkelen van de ICT-competenties van de leerlingen, nodig in een technologische maatschappij.
De bijhorende beelden tonen hoe de Chromebooks worden ingezet binnen diverse vakken en lesstrategieën: het opzoeken van informatie, het analyseren van teksten en filmfragmenten, architectuurplannen ontwerpen, oefeningen maken, leren omgaan met softwareprogramma’s, etc.

Op 28 en 29 oktober brachten, naar jaarlijkse gewoonte, de vierdejaars ASO en KSO een bezoek aan de Westhoek. De route leidde langs de voornaamste WOI-bezienswaardigheden zoals Tyne Cot Cemetery, de Dodengang in Diksmuide en het Duits militair kerkhof waar zich het Treurende echtpaar van Käthe Kollwitz bevindt. De vele verhalen van de mensen die de gruwel van de oorlog meemaakten en de eindeloze graven, maakten ons stil. Het is belangrijk dat iedereen, en zeker jongeren, deze recente geschiedenis blijven herdenken.
Het eindpunt van onze ontroerende reis was de Menenpoort te Ieper, waar de honderden namen van de gevallenen ons nogmaals herinnerden aan de talloze soldaten die hun leven lieten tijdens deze historische gebeurtenis. They shall not grow old!

Op donderdag 18 november bracht het 5de en 6de jaar Architecturale en Binnenhuiskunst een bezoek aan Gent. Deze stad heeft namelijk veel te bieden op vlak van architectuur en design.
In de voormiddag stond een bezoek aan de Kunsthal en het Designmuseum op het programma. De Kunsthal is een ruimte voor hedendaagse kunst waarbinnen jonge kunstenaars een platform krijgen om hun werk tentoon te stellen. In het Designmuseum kregen we dan weer een expo te zien rond het werk van designduo Fien Muller en Hannes van Severen. De leerlingen beaamden dat dit een ware inspiratiebron zou zijn voor hun eigen architecturale ontwerpen!
In de namiddag leerden we de stad beter kennen door een wandeling te maken langs de architecturale parels van Gent: de Markthal, de Sint-Baafskathedraal, de Krook, het Wintercircus en de oude bibliotheek.
Conclusie: Gent is een bruisende en diverse stad waar je in elke straat wel iets nieuws kunt ontdekken.
Van 22 tot 26 november organiseerden we dit jaar weer de ‘Week of Waste’, een periode waarin men extra veel aandacht probeert te geven aan de afvalproblematiek waar de moderne mens mee te kampen heeft. Ook het Maris Stella Instituut, in samenwerking met Ecover, nam opnieuw deel door - als vaste waarde - de wegberm zwerfvuilvrij te maken.

Week of Waste
Al enkele jaren wordt er de zogenaamde European Week of Waste Reduction (of EWWR in het kort) georganiseerd. Dit doet men om zoveel mogelijk mensen bewust te maken van onze afvalberg en hen aan te zetten tot de vermindering ervan via o.a. het hergebruiken van materialen en recyclage. Hiervoor is men ook afhankelijk van groepen mensen die hun beste beentje willen voorzetten en gedurende deze week afvalreductie extra beogen. Zo draagt het Maris Stella Instituut al enkele jaren haar steentje bij: samen met Ecover ruimen leerlingen van het vierde jaar de wegberm op. Ze verzamelen het zwerfvuil en sorteren dat in vuilniszakken, welke de gemeentediensten vervolgens ophalen. Elk jaar weten ze zo (jammer genoeg) meer dan 100 kg zwerfvuil te verzamelen.
Actuele actie
Ook dit jaar stond iedereen paraat. Gewapend met prikkers en handschoenen trotseerden de dapperen weer en wind. Met man en macht verwijderden ze massaal zwerfvuil van de wegberm. Dit jaar verzamelden ze 64 kg, 12 kilo minder dan in 2019. Dit is positief! Op deze basis kunnen we verder werken. Ook volgend jaar zijn we zeker weer van de partij.
Terugblik op de toekomst
Deze zwerfvuilopruimactie is ondertussen reeds een vaste waarde geworden: al sinds 2012 engageren de leerlingen zich en in 9 jaar hebben ze bijna 700 kilo zwerfvuil uit de wegberm verwijderd. We proberen hen zo bewust te maken van het feit dat afval een niet te onderschatten probleem is, maar ook dat je zelf eenvoudig actie kan ondernemen. Dat jongeren niet begaan zouden zijn met het milieu is bij deze zeker ontkracht.